Naar overzicht

De 'stadhuiskwestie': het plan van Konijnenburg (1968)

Open brieven in de Zwolse Courant, emotionele inspraakavonden, tumultueuze raadsvergaderingen, landelijke media-aandacht, een protestactie in de vorm van een ‘teach-in’… en na jarenlange protesten en polarisatie uiteindelijk een compromis voor het stadhuis dat in 1976 werd geopend en dat er nu nog steeds staat. 
Han Prins was in al deze situaties prominent aanwezig: hij tekende spotprenten en posters, hij vulde vele kolommen van de krant met brieven en schetsen, hij kwam op de nationale tv en een alternatief plan dat hij had getekend, werd tijdens een raadsvergadering ingebracht. 

Aanvankelijk bepleitten Prins en de Vrienden van de Stadskern dat een nieuw stadhuis voor de groeiende gemeente op het Noordereiland zou komen (tekening rechts). De oorspronkelijke plannen van architect Konijnenburg voor een mega-ingreep op en rond het Grote Kerkplein (hier getekend ‘in vogelvlucht’ van boven de Sassenstraat) wezen zij in 1969 in de Zwolse Courant af als ‘één der grootste vergissingen’ die de stad zou begaan. De komst van een nieuwe burgemeester en de gemeenteraads-verkiezingen enkele maanden later in 1971 zorgden voor een ommekeer.
Tijdens de verkiezingscampagne bleek de meerderheid van de bevolking tegen het plan te zijn. Hoewel de gemeenteraad tussen 1966 en 1971 een en andermaal akkoord was gegaan met het rigoureuze nieuwbouwplan, staakten in mei 1972 de stemmen twee maal achtereen (daarvoor werd zelfs een raadslid per ambulance naar de raadzaal gebracht om zijn stem uit te kunnen brengen). Nu ontstond er ruimte voor een nieuw ontwerp van Konijnenburg dat in overleg met Prins en de Vrienden tot stand kwam. Het Huis met de Hoofden en de Wheeme bleven gespaard, evenals de rij huizen aan het plein waaronder het Zwols Balletjeshuis.

Uiteindelijk ontwerpen Prins en Konijnenburg zelfs samen het bordes voor het nieuwe stadhuis en krijgt Prins de opdracht om een ontwerp te maken voor de omgeving van het stadhuis.