Als alternatief voor het grootschalige stadhuisplan van architect Konijnenburg maakte Han Prins in 1969 een 'ideeschets' voor de renovatie van het 'Celekwartier', met inbegrip van een kleinschaliger uitbreiding van het oude, bestaande stadhuis.
In dit plan tekende Prins een aantal kleinere aanbouwen naast de Schepenzaal, geheel in de traditionele architectuur van de oude binnenstad, met gevels in baksteen en zadeldaken. De ingang zou aan het Grote Kerkplein komen. Via een poort kreeg de bezoeker toegang tot een ruime patio, waar winkels en cafe’s waren geprojecteerd.
Ook de aangrenzende monumentale gebouwen van het Celekwartier en het uit de middeleeuwen daterende Wheeme-gebouw zouden volgens deze schets in ere worden hersteld. Met dit plan wilde Prins van het vernieuwde stadhuiscomplex weer een openbare ruimte maken, waar de Zwollenaren elkaar konden ontmoeten.
De getekende tegenstelling tussen het 'plan Konijnenburg' en het alternatieve plan van Han Prins en de Vrienden van de Stadskern is immens.